Christa Anbeek en de berg van de ziel

Christa Anbeek (1961) was tussen 2008 en 2016 verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek als universitair hoofddocente en is tevens bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Ze schreef een drieluik over de zin van de dood, waarmee ze een groot publiek aanspreekt: Overlevingskunst, De berg van de ziel (samen met Ada de Jong) en Aan de heidenen overgeleverd. Christa: “Er ís in onze samenleving behoefte aan gerichte aandacht voor levensvragen en een eigentijdse levensbeschouwelijke taal.”

Christa Anbeek bij Brands met boeken

Kun je iets over de drie boeken vertellen? Welke opbouw zit er in? Wat is de samenhang?
“Het eerste boek Overlevingskunst is een persoonlijk verslag van een zoektocht naar de diepere zin van dood en leven. Ik ga vanuit mijn eigen ervaringen met het sterven van dierbaren te rade bij hedendaagse denkers en schrijvers als Joep Dohmen, Wilhelm Schmid, Rutger Kopland, en maak expliciet duidelijk ‘Wat kan ik er mee?’ In deze zoektocht kom ik tot de conclusie dat er geen diepere zin is in de dood, er is diepere zin in het leven. Het is belangrijk op zoek te gaan naar uitdrukkingen van deze zin van leven. Maar wel van een kwetsbaar leven, daar kom ik niet onderuit.

Dat zoeken in het eerste boek deed ik voor mijn gevoel nog heel ‘netjes’, vanuit een leerhouding. Ik beschrijf uitgebreid de denkbeelden van anderen. In het boek De berg van de ziel, dat ik met Ada de Jong schreef, overheerst meer mijn eigen blik. Ik had inmiddels zó veel kennis en ervaring gezocht en verzameld dat ik mijn eigen systematiek wilde volgen. Ik beschrijf het omgaan met de kwetsbaarheid van ons bestaan aan de hand van acht thema’s, oerthema’s, die je eigenlijk in alle religies vindt. Het boek is associatiever en ecclectischer.

Ik kwam door De berg van de ziel tot de conclusie dat we door kwetsbaarheid te ervaren ook bepaalde waarden ontdekken. Wat is van wezenlijk belang? Kwetsbaarheid heeft ons hier iets over te zeggen. Ons leven is niet alleen succesvol. Maar we hebben in onze samenleving kwetsbaarheid wel verdrongen naar de marge. Doen we daar onszelf niet te kort mee? Dat spoor heb ik weer verder uitgezet in Aan de heidenen overgeleverd.

Overigens gaat het bij kwetsbaarheid niet alleen om verlies, maar bijvoorbeeld ook om verwondering of verrukking. Dat zegt Charles Taylor ook. Het gaat om ervaringen waarbij je controle of grip verliest. Dan wordt vaak duidelijk waar het je echt om gaat en wanneer het leven de moeite waard is. Vandaar ook dat voor mij een filosofische reflectie nooit los staat van een geleefde ervaring. Ik probeer vervolgens wel het microniveau van de eigen ervaring te verbinden met grotere vragen: (op mesoniveau) Wat zegt dit over hoe we met elkaar omgaan? En verder nog (op macroniveau): Werpt dit een andere blik op onze heersende ideeën, en hoe geven we daar dan een stem aan?”

Kun je van dat laatste een voorbeeld geven?
“Ik zit op dit moment in de adviesraad van de Levenseindekliniek, omdat ik vind dat de discussie rondom euthanasie zich te veel versmalt tot het recht op zelfbeschikking. Dan wordt gezegd: ‘Mensen mogen zelf bepalen wanneer ze dood willen. Je wilt toch niet dat ze zich uit wanhoop voor de trein moeten gooien?’ Mijn broer heeft dat gedaan. Dat is heel verdrietig, want daarmee heeft hij anderen getraumatiseerd. Toch was het drama niet minder groot als hij door euthanasie een zogenaamd goede dood had kunnen sterven. Is het heersende discourse over zelfbeschikking werkelijk waar de discussie over hoort te gaan? Gaat het niet eigenlijk over de vragen: Wanneer vinden wij dat het leven de moeite waard is? Hoe komt het dat iemand zijn leven niet de moeite waard vindt? Daar wil ik een stem aan geven.”

Je bent ook Remonstrants theologe en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Hoe verenig je dit met jouw docentschap aan de UvH?
“Voor mij is religie mensenwerk, bóeiend mensenwerk. Wat zien mensen als ‘het goede leven’ of ‘goed leven’? Wat dat betreft is mijn kijk op religie humanistisch. Ik denk niet vanuit een vaststaand christelijk kader, en ook bij Remonstranten ligt de nadruk op een eigen invulling van je geloof. Ik beschouw levensvragen ook niet als een zogenaamd ‘neutrale’ wetenschapper, op afstand. Ik wil daar wel graag met andere mensen sámen naar kijken en hecht belang aan de kennis die persoonlijke ervaringen opleveren. Voor mij ontstaat op die manier levensbeschouwelijk denken. Dat past goed bij humanistiek.”

Het wringt niet?
“Het wringt in de perceptie van anderen. Leden van het Remonstrantse Broederschap reageren vaak met: ‘Ja maar, humanisme en christelijk geloof, dat is toch niet hetzelfde?’ Dat is het ook niet. Voor sommige humanisten is bijvoorbeeld persoonlijke autonomie belangrijk en voor een geloofsgemeenschap staat vaak het verbonden zijn voor op. Maar ik zelf zie veel overeenkomsten.”

Wat wens je de UvH in de toekomst toe?
“Dat ze veel nieuwe studenten mag blijven opleiden. Ik zie op de UvH leuke, jonge mensen, met groot potentieel. Ik wil graag samen met hen nieuwe werkterreinen ontginnen. Daar is creativiteit voor nodig. Er ís in onze samenleving behoefte aan gerichte aandacht voor levensvragen en een eigentijdse levensbeschouwelijke taal. Dat blijkt uit de grote aandacht voor mijn werk.”

Prof.dr. Christa Anbeek was universitair hoofddocente existentiële en levensbeschouwelijke vaardigheden tussen 2006 en 2016, en begeleidde de themagroep humanistieke begeleidings- en coachingsstudies. Voor haar komst naar de UvH werkte ze als docente aan de theologische faculteit van de Universiteit Tilburg. Naast haar academische werk was ze tien jaar werkzaam als geestelijk verzorger in een GGZ-instelling. Sinds 2013 is Christa ook bijzonder hoogleraar Remonstrantse theologie aan de Vrije Universiteit.

BEKIJK HIER een interview van Wim Brands met Christa Anbeek voor het VPRO televisieprogramma Brands met boeken, uitgezonden op 19 januari 2014.

Reageer op dit verhaal

Reageer

Je e-mailadres wordt niet getoond. Velden met een * zijn verplicht.

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.