“Gegroet, o heerser en inwoners van deze stad!” Ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar en opening van het nieuwe pand aan de Kromme Nieuwe Gracht 29 heette Socrates vanaf het balkon de burgermeester van Utrecht, rector Hans Alma en de andere gasten welkom. Het was 7 september 2009.
Foto’s zijn van Arnaud Mooij en Jos Kuklewski. Klik op de foto’s voor de ware grootte.
‘Chairete, o archon te kai politai tèsde poleoos.Hoti men humeis pepontate hupo toon sofistoon, ouk oida; ego autos oligou emautou epelatomèn. houtoo pitanoos elegon’.
[Socrates wordt attent gemaakt op het Nederlandse karakter van het gezelschap en excuseert zich door zich naar beneden te buigen.]
Socrates: “Excuses, ik wist niet dat u de Oudgriekse taal niet machtig bent. Welnu, ik zei zojuist, gegroet, o heerser en inwoners van deze stad. Mijn naam is Socrates, wellicht heeft u wel eens van mij gehoord. Er wordt van mij gezegd – of het juist is weet ik niet – dat ik het menselijke tot het primaire onderwerp van onderzoek heb gemaakt. En dat ik er daarbij van uitga dat ‘ik weet dat ik niets weet’, maar door kritisch redeneren en bevragen tot verhelderende conclusies over de mens ben gekomen. Deze manier van onderzoeken wordt ook wel de Socratische methode genoemd – zelf spreek ik liever van de vroedvrouwtechniek, omdat iemand als het ware geholpen wordt met het baren van kennis. Ik heb wel eens met enige bescheidenheid gesteld dat het Goede Kennis is en het Grootste Kwaad Onwetendheid is. Oftewel: ‘Het niet onderzochte leven is het niet waard geleefd te worden’.
Maar goed ik dwaal af met deze bespiegelingen. Wat kan ik voor u, o heerser van deze stad, betekenen?”
Burgemeester: “We hebben een vraag.”
Socrates: “Ah, u heeft een vraag, dan bent u hier – meen ik te weten – bij de Universiteit voor Humanistiek op het goede adres! Dit is namelijk dé plek – gelijk de Agora in de oudheid de ontmoetingsplaats was voor vrije burgers – voor het behandelen van belangwekkende vragen op het gebied van ethiek, zingeving en humanisering. De UvH nodigt u, heerser en burgers van deze stad, uit om daaraan voluit deel te nemen. Zoals u wellicht weet zoekt de humanistiek antwoorden op existentiële vragen. Zoals: wat maakt het leven de moeite waard? Wat is de betekenis van geluk en welvaart? Daarnaast onderzoekt de humanistiek de grote maatschappelijke, politieke en morele vraagstukken van onze tijd. Welnu, o heerser van deze stad, mag ik van u uw vraag, wellicht een existentiële, horen? ”
Burgemeester: “Wij willen graag naar binnen voor de feestelijke opening!”
Socrates: “Hoor ik het goed, u wilt naar binnen. Een bijzonder essentiële vraag! Natuurlijk mag u burgemeester en alle andere burgers van de stad Utrecht, nu en in de lengte van jaren bij de UvH binnen om de Agora te betreden. Wees welkom! Ik kom direct naar beneden om de poort te openen!”